Appels en Smarties

Mijn verjaardag is midden maart. Zij die een Katholieke opvoeding genoten weten dat dit midden in de “vasten” is. In het lager onderwijs was het (en is het?) de gewoonte om met je verjaardag iets te trakteren.

Tijdens de Vastenperiode verjaren was op dat gebied geen pretje, iedereen bracht voor zijn verjaardag snoepgoed mee, of cakes en dergelijke. Maar toen ik jarig was mochten we 40 dagen lang niet snoepen. Mijn mama loste dat op door een beetje vals te spelen. De eerste jaren van de lagere school kreeg ik appels mee en tubes Smarties. Zo was het gezond, maar was er toch iets van snoep mee.

In het tweede leerjaar werd ik door mijn papa naar school gereden met mijn zak appels en Smarties. Vlak voor de eerste speeltijd maakte de juf tijd om uit te delen. In een eerder blog vertelde ik al over de tweeling van de juf van het eerste leerjaar. De tweeling zat toen nog in mijn klas. Eén van de twee lustte geen appels en wou absoluut twee doosjes Smarties. Ik gaf dus mijn eigen doosje aan haar. En ging na het school terug naar huis met mijn twee overblijvende appels en zonder Smarties voor mezelf.

Enkele dagen later sprak juf M me aan op de speelplaats, ze was boos omdat ik die ene tweelingzus twee doosjes Smarties had gegeven en geen appel. Waarom had ze geen recht op een appel? Er was niets tegen in te brengen. Ze geloofde niet dat haar dochter op mijn gevoelens had ingespeeld om toch meer snoep te krijgen. Of het was gewoon gemakkelijker om mij te straffen in plaats van haar eigen kinderen?

Ben ik achteraf nog altijd te braaf gebleven voor anderen? Tuurlijk, het zit gewoon in mijn nature. Ik zal eerst de andere proberen plezieren voor ik aan mezelf denk. En dat speelt in mijn nadeel, want je kan niet iedereen plezieren. Het heeft er wel voor gezorgd dat ik de jaren daarna geen snoepgoed meer wou meenemen naar school tijdens de vaste. Mama moest dan steeds wafels of een cake bakken.

Toen mijn dochter, midden in de grote vakantie geboren werd dacht ik: “Jep, geen school – trakteer – perikelen”. Tot ze op de kleuterschool kwam en de juf zei dat ze op het einde van het schooljaar mocht trakteren voor haar verjaardag. Mijn dochter haar verjaardag werd dus enkele jaren twee keer gevierd. Ze heeft gelukkig nooit een gelijkaardige situatie moeten meemaken. Sowieso beperkte de school enorm wat er getrakteerd mocht worden. Geen chocolade en frisdrank en dergelijk. Maar ook niets uitbundig. Liefst budgetvriendelijk zodat kinderen met ouders die minder aan die zaken kunnen spenderen niet uitgesloten werden. Geen jaloerse kindjes. Eigenlijk wel een mooie evolutie.

Keep on smiling!

Hoe mijn vriendschap met E begon

Laten we nog eens terug gaan naar het verleden. In het middelbaar (eind jaren 1990 is dat) gingen we elke twee jaar op GWP. Je kon kiezen tussen een projectweek op school, of mee gaan naar het buitenland. Behalve in het zesde middelbaar heb ik altijd gekozen voor projectweek op school. 

Al horen we elkaar een hele tijd niet, we vervallen snel in dat thuisgevoel.

Tijdens zo een projectweek heb ik één van mijn beste vriendin leren kennen. Mijn duurzaamste vriendschap. Tweede helft van het middelbaar waren we een vriendinnengroepje van vier. Bijna onafscheidelijk. In het ons allerlaatste schooljaar samen begon de vriendschap toch al beetje andere kanten uit te gaan, door verschillende interesses en ook de verschillende stadia waarin ons leven zich bevond. Toch hield de vriendschap nog enkele jaren stand. Uiteindelijk is de enige band die nog effectief bestaat tussen E en mij. En al horen we elkaar een hele tijd niet, we vervallen snel in dat thuisgevoel als we met elkaar praten. Zo hoort een vriendschap toch te zijn. 

Het is tijdens zo een GWP (geïntegreerde werk periode, denk ik) dat E en ik een klik maakte. Ik weet niet meer precies waarover die projectweek ging en waarom we in Brugge waren. In de voormiddag waren we in een groot gebouw, ik denk dat het iets te maken had met bier. In ieder geval. Tijdens zo een projectweek, als je thuis bleef kwam je terecht met leerlingen uit verschillende klassen. Die voormiddag stonden we te wachten in dat gebouw in Brugge aan een grote trap. Iedereen druk pratend. Ik denk dat E en ik de enige waren die alleen stonden en eigenlijk weinig andere leerlingen kende. Wat een sociale beestjes waren we toch he. Zo zijn we aan de praat geraakt, en hebben we samen de voormiddag doorgebracht.

We besloten samen dat die juwelen niet duur genoeg waren voor ons.

Als lunchpauze kregen we een paar uur vrije tijd om rond te lopen in het centrum van Brugge. Shoppingtijd! Na het opeten van onze boterhammetjes zijn we samen beginnen rondwandelen. We kwamen aan een straat met verschillende juwelierszaken. Daar bleven we voor de vitrines staan kijken naar al dat blinkend moois. Ringen met een prijs van 4 cijfers voor de komma en dergelijke. Dat was het moment dat de klik er effectief kwam. We besloten samen dat die juwelen niet duur genoeg waren voor ons en gingen verder met naar de volgende zaak. 

Op dat moment volgde er jaren van gesprekken, fietstochten door ons dorp, achteraf als volwassene tv-avondjes. Samen The Vampire Diaries kijken of The Secret Circle. De eerste paar seizoenen van Glee waren er ook bij. Terwijl mijn echtgenoot weg was naar het voetbal, had ik gezelschap van E en hadden we onze vriendinnen avond. 

E bedankt voor je vriendschap!

Wanneer we samen zijn kan het  twee kanten uit gaan, of we zijn lawaaierig en babbelen als zot, of we zijn stil en genieten van mekaars stilte. E is zo een vriendin waar je niet moet babbelen, we kunnen enkele uren samen doorbrengen waarvan het overgrote deel stilte is en toch afsluiten met een “het was gezellig, dank u”. En dat is zalig.

Dankzij het covid-virus is onze vriendschap nu al even beperkt tot het naar elkaar SMS-en en via die weg ons hart uitstorten, elkaar raad geven of gewoon een ik begrijp u zeggen. Intussen is ze ook mama geworden. Jammer dat ik nog maar alleen foto’s heb kunnen zien van haar dochter, maar dat maken we achteraf wel weer goed. 

E bedankt voor je vriendschap! Ik sta nog altijd altijd voor je klaar. 

Keep on smiling!

Van wie is deze stoel?

In het eerste leerjaar zat ik bij Juf M. Juf M. had een tweeling, de tweeling zat bij mij in de klas. Later, ik denk tegen het derde leerjaar, is één van beide naar een andere school gegaan. Bijzonder onderwijs denk ik. Toen noemde dat anders. We spreken over de jaren 1980-’90 he.

Natuurlijk niet bij iedereen, maar vooral bij degene die ze ja, minder graag had? Na een tijd gaf ze het op.

Een herinnering aan het eerste leerjaar dat soms de kop op steekt, is de dag dat we in groepjes oefeningen aan het maken waren, en daarvoor van bank moesten wisselen om met andere samen te werken. Op een moment hing er een geur in de klas, alsof iemand een scheetje had gelaten. De juf begon aan onze poepjes te ruiken om te weten te komen wie het was. Natuurlijk niet bij iedereen, maar vooral bij degene die ze ja, minder graag had? Na een tijd gaf ze het op.

Tijd voor een nieuwe wissel. Ik moest bij een ander groepje gaan zitten en één van de tweeling moest op mijn stoeltje gaan zitten. Ze ging naar haar mama, ja ik zeg naar haar mama en niet naar de juf. En kloeg dat mijn stoeltje warm was. Juf M. voelde aan het stoeltje, rook er zelf aan en besloot dat ik mijn eigen stoeltje maar moest blijven gebruiken. En gaf haar dochter haar eigen stoel. Er was helemaal niks mis met mijn stoel. Gewoon warm van op te zitten. Wat helemaal logisch is.

Kinderen, meisjes, kunnen echt verschrikkelijk zijn tegenover mekaar.

In het vijfde leerjaar was ik intussen “beste vriendinnetje” geworden met één van de meisjes die al sinds het eerste leerjaar in mijn klas zat. Ik zette beste vriendinnetje tussen haakjes, want ze was niet altijd mijn vriendin ook op het moment dat we al beste vriendinnetje waren. Kinderen, meisjes, kunnen echt verschrikkelijk zijn tegenover mekaar.

Maar dus, ergens in het vijfde leerjaar, waren we samen op de speelplaats aan het babbelen, en dat incident in het eerste leerjaar kwam in ons gesprek naar boven. Ik kreeg te horen dat iemand anders dan ik schuldig was aan het geurtje dat in de klas hing. Dat wist ik ook wel toen. Er was werkelijk iemand die in zijn broek had gedaan, natuurlijk net één van de kindjes dat Juf M. wel leuk vond en waarbij dus niet aan het poepje werd geroken. Het gevoel van onrechtvaardigheid dat ik als zesjarige al had moeten meemaken, maakte ik opnieuw mee.

Het feit dat Juf M. ook directeur was van het kleine Brusselse schooltje hielp niet.

Juf M. was niet objectief als het op haar dochters aan kwam, zeker niet als het over die ene van de tweeling ging. En ze was zeker ook niet objectief als het over de leerlingen op school ging, mocht één van de dochters je niet dan mocht zij jou ook niet en dat was je hele schoolcarrière voelbaar en duidelijk.

De keren dat ik onterecht ben aangesproken op dingen, op zaken waar ik eigenlijk persoonlijk niets aan kon doen zijn ontelbaar. Ook kleinigheden zoals “uw nagels zijn niet kort genoeg geknipt” of “er zit nog wat zwart onder uw nagels” (ja, we hebben net in de zandbak gespeeld en de handen van uw dochter zijn vuiler dan de mijne; riep ik in mijn hoofd). Het feit dat Juf M. ook directeur was van het kleine Brusselse schooltje hielp niet.