In een eerder blogbericht vertelde ik jullie dat ik als kind niet tijdig van de bus kon en daardoor compleet verloren geraakt ben. Gelukkig was er die vriendelijke mama die me mee nam naar huis en naar mijn ouders belde.
Je zou denken dat je na zo een avontuur geleerd bent. Wel mijn warrig hoofd heeft het nog altijd niet begrepen. Ondanks mijn perfectionisme en talent voor organisatie ben ik ook verstrooid. Ik ben dan ook een bron van tegenstrijdigheden en zo lopen er wel meer rond ;-).
De verstrooidheid uit zich in verschillende (herkenbare) gebeurtenissen. Zo kan ik in de hoofdzetel vertrekkensklaar staan, mijn badge in de hand hebben en ineens beginnen te zoeken naar mijn badge. Gelukkig is er altijd wel iemand die er me op wijst dat ik mijn badge gewoon vast heb. Ik ben ook de persoon die echt drie keer moet controleren of ik mijn wagen op slot heb gedaan, anders laat ik hem de hele tijd open.
En jullie kennen het wel, uit gewoonte in het station het perron op stappen zonder te kijken of het wel je trein is die toekomt. Telkens ik dat doe, zit ik in de verkeerde trein.
Eind jaren 1990 verhuisden we van het bruisende Brussel naar een dorp bij Denderleeuw. Voor die verhuis was de trein nemen een uitzondering. Een hele gebeurtenis bij een daguitstap (naar zee, of de zoo, …). Vanaf dat we daar woonden was de trein ons hoofdvervoermiddel (na de auto). Geen tram of metro te bespeuren. Als je de verkeerde metro neemt stap je de volgende halte (twee minuten later) uit, en binnen de vijf minuten heb je wel een metro in de andere richting. Bij de trein is dat niet het geval.
We woonden nog niet zo lang in Denderleeuw dat mijn mama en ik samen vanuit Brussel de trein naar huis namen. De stoptrein richting Zottegem. Dat dachten we toch. Na halte in Denderleeuw reed de trein ons stationnetje voorbij. En zo kwamen we in Haaltert terecht. Daar uitgestapt, naar het loket gegaan, en uitgelegd wat er gaande was. Kregen we een kaartje mee waar de term “verloren reiziger” op stond. Waardoor we natuurlijk zonder betalen de trein konden nemen die ons naar het juiste station zou brengen.
Een andere keer was ik op weg naar het werk. Ik moest overstappen in Denderleeuw. Bij het overstappen zat ik met mijn neus in een boek. Ik nam een trein richting Aalst in plaats van richting Brussel. Dan hebben we ook nog die keer dat ik in Brussel de trein naar Gent nam en niet had opgemerkt dat deze naar Brussel-Zuid rechtstreeks naar Gent reed. Dan sta je daar in dat station, een uur te verliezen omdat je trein retour net vertrokken is.
Keep on smiling