Toen ik in het vijfde leerjaar zat heb ik eens een woensdagnamiddag doorgebracht bij mensen die ik niet kende. Ze hadden me wenend aangetroffen omdat ik verloren gelopen was toen ik van school naar huis ging.
Die dag moest ik met “de rij” mee.
Ik zat al jaren op dezelfde school. Het was het eerste schooljaar dat ik daar alleen school liep, zonder mijn zussen. Mijn zussen gingen intussen allebei naar de middelbare school. Ik moest dus alleen naar huis gaan als mijn papa mij niet kon komen halen. Er was tot ongeveer halverwege begeleiding. Een juf of een meester bracht leerlingen tot aan een plein met bushaltes. We noemden dat “de rij”.
Die dag moest ik met “de rij” mee. Vanaf daar kon ik te voet verder, helemaal over straat. Of het metrostation induiken en aan de andere kant terug boven komen waardoor ik de drukke baan niet over moest. Als het regende kon ik ook de bus nemen, de bushalte om af te stappen was niet ver van waar we woonde. De straat oversteken ongeveer.
Het regende, daarom nam ik de bus. Op woensdagmiddag nam ik die bus eigenlijk niet graag omdat die overvol zat met tieners en mensen die nog verder door moesten. Maar ja, regen. De bus zat nog extra vol door de regen natuurlijk. Ik stond ergens geplet tussen allemaal mensen en kon niet op de bel duwen om de halte aan te vragen. Ik wist dat de volgende halte niet ver af was, dus waagde een nieuwe poging. Maar de bus reed verder door. Sloeg de halte over. Vijf minuten later hield hij halt en er stapte een heleboel mensen uit. Ik stapte mee uit en wou naar de halte voor dezelfde lijn in omgekeerde richting gaan om zo terug naar huis te keren.
Een oud dametje kwam langs en vroeg me wat er aan de hand was.
Maar ik kende het daar helemaal niet, en het was een ingewikkeld kruispunt, een soort rotonde. En al gauw wist ik niet meer welke kant ik op moest. Ik bleef stappen en kwam een bushalte tegen. Ik keek op het bord waar de nummers van de bussen op stonden en zag dat bus 53 er niet stopte. Ik wist helemaal niet meer wat te doen. In die tijd liepen we nog niet rond met GSM’s of Smartphones. Dus ben ik op het bankje gaan zitten en beginnen wenen.
Een oud dametje kwam langs en vroeg me wat er gaande was. Ik deed mijn uitleg. Ze hield een andere dame tegen die rondliep met twee kinderen. Deze dame nam me mee naar huis. Ik kon niet anders, ik wist niet hoe ik anders zou thuis raken. Van daar belde we met de vaste lijn naar huis. De dame legde mijn papa uit wat er aan de hand was en probeerde uit te leggen waar ze woonde. De GPS was ook nog niet ingeburgerd.
Ik heb daar een boterham gekregen en de namiddag met de oudste dochter gespeeld, die een paar jaar jonger was dan ik. We hebben gekleurd, met de barbies gespeeld, mekaars haar gevlochten. Tot mijn papa aanbelde en ik eindelijk naar huis kon.
Alweer een avontuur rijker.
Keep on smiling!
Heel mooi gedaan!!!
LikeGeliked door 1 persoon